Het weer in Havana

Een reis naar Havana betekent dat je in ieder geval mag genieten van aangename warme temperaturen. Havana heeft een tropisch savanneklimaat dat tegen het tropische moessonklimaat aanleunt. Binnen de klimaatclassificatie van Köppen-Geiger heeft Havana dus officieel het Aw-klimaat met relatief droge winters en een nattere zomerperiode. Door de duidelijk nattere periode lijkt het klimaat van Havana op het Am-klimaat, maar voldoet het neerslagpatroon niet helemaal aan de criteria voor dit klimaattype.

Bij een tropisch klimaattype horen tropisch temperaturen, zo dus ook in Havana. Het kwik ligt hier overdag vaak tegen, rond of net iets boven de tropische grens van dertig graden Celsius. De gemiddelde maximumtemperaturen schommelen zo van 26 graden in de koelste maanden tot 32 graden in de warmste maanden. Het kan warmer worden, tot maar liefst 37-38 graden, maar net als elders in de tropen zijn serieuze uitschieters een uitzondering. Reken er daarom maar op dat je in de juni t/m september maximumtemperaturen van gemiddeld 30 tot 34 graden Celsius hebt, dat de temperatuur in oktober, november, april en mei veelal tussen de 27 en 32 graden uitkomt en dat de koelste maanden december, januari, februari en maart altijd nog goed zijn voor een gemiddelde middagtemperatuur van 23 tot 30 graden Celsius. De kans dat de grens van 22-23 graden niet gehaald wordt binnen een etmaal is niet zo groot.

De minimumtemperaturen zijn ook niet misselijk in Havana. Koel of koud is het zelden, maar wie daar wat gevoelig voor is die kan de avonden tussen november en april soms als wat frisjes ervaren. Een vest of zomerjasje verricht dan al snel wonderen. De meeste avonden en nachten verlopen zwoel in Havana. Tijdens de koelere periode mag je rekenen op minimumtemperaturen van ongeveer 14 tot 20 graden Celsius, terwijl de temperatuur in de warmste maanden vaak boven de twintig graden blijft hangen.

Regen is geen vreemd verschijnsel in Havana. De gemiddelde jaarlijkse neerslagsom komt uit rond de twaalfhonderd millimeter. Sommige jaren kan het aanzienlijk natter zijn en er zijn ook jaren waarin er minder neerslag valt. Het weer heeft immers geen geheugen en biedt geen garanties. Er zijn gewoonweg jaren waarin er vaker depressies zijn die Havana bereiken of dat Havana wat vaker de pech heeft dat de wolken hun neerslag boven Havana laten vallen. Wat wel een absolute zekerheid is, is dat het nooit sneeuwt in Havana. Daarvoor ligt de stad te dicht richting de Evenaar. Hoewel er bij uitzondering ijskoude poollucht af kan dalen tot ver zuidwaarts in de Verenigde Staten, ligt Havana te ver weg om met temperaturen onder het vriespunt te maken te krijgen of dat er neerslag met een winters karakter valt.

Havana kent een drogere en een nattere periode. De verschillen zijn niet extreem genoeg om van een echte droge periode en een uitgesproken regenseizoen te spreken, maar je mag wel stellen dat de periode juni tot en met oktober in hoeveelheden neerslag duidelijk natter is. Dat betekent overigens niet dat het aantal dagen dat je te maken kunt hebben met regen ineens ook veel hoger ligt. Dat valt eigenlijk nog wel mee. Je ziet vooral dat de intensiteit van de buien vaak hoger is. In het nattere seizoen zie je vaak dat de regenbuien in de middag vallen, terwijl ze in het drogere seizoen iets meer aan het einde van de dag voorkomen.

De zon schijnt best veel in Cuba: gemiddeld bijna drieduizend uur per jaar. Voor alle duidelijkheid: we hebben het over het aantal uren per jaar dat de zon ongehinderd door bewolking met het blote oog te zien is. Het gaat dus niet om het aantal uren daglicht per etmaal. Dat ligt hoger. Het gemiddelde aantal zonuren ligt zo rond de 7 tot 9 uur per dag. Vaak is er sprake van wat vriendelijke bewolking waar de zon zo af en toe eventjes achter verdwijnt. Vooral in de maanden september en oktober kun je onder invloed van tropische depressies soms een dag hebben dat de zon zich amper laat zien. In de praktijk is dit soort dagen gelukkig beperkt. Wie zit er immers te wachten op een bewolkte dag tijdens zijn/haar vakantie in Havana?

Cuba ligt in de zogenaamde ‘hurricane belt’. Dit is een strook op de Atlantische Oceaan (en overgaand in de Caribische Zee) waarin orkanen ontstaan en toe kunnen slaan. In het orkaanseizoen dat loopt van eind juni tot begin december zorgt het relatief warme zeewater tussen de continenten Afrika en Amerika voor het ontstaan van tropische depressies. Deze depressies kunnen in deze periode uitgroeien tot tropisch stormen en enkele keren per jaar is een zo’n tropische storm dermate sterk dat men spreekt van een orkaan. Daarbij worden er windsnelheden gehaald die tenminste gedurende tien minuten op minimaal 119 kilometer per uur liggen. Cuba en dus ook Havana kunnen door dergelijke zware stormen getroffen worden. Havana wordt hierbij niet zo eenvoudig zelf direct getroffen. Dat komt door de ligging in het noordwesten van het eiland. De orkanen komen uit oostelijke richtingen waardoor ze Havana lastig via zee kunnen bereiken en over land snel aan kracht verliezen. Wel kan Havana te maken krijgen met harde wind, zware regenval en vloedgolven door orkanen die in de buurt komen.

Het is gelukkig niet zo dat Havana jaarlijks te maken krijgt met een orkaan. Vaak gaan er jaren voorbij zonder dat Havana met een serieuze storm van deze proporties te maken krijgt. Het voordeel van orkanen is dat ze vaak ruim van tevoren te voorspellen zijn en ook hun pad redelijk goed vooraf in te schatten is. Indien er evacuaties of andere maatregelen nodig zijn dan geschiedt dat eigenlijk altijd op tijd. Wil je de kans op een orkaan minimaliseren dan kun je er natuurlijk ook simpelweg voor kiezen om buiten het orkaanseizoen naar Havana te reizen.